Geschiedenis van de Grote of St. Michaëlskerk

Overige Wetenswaardigheden

1595: Aert Jorsz. heeft de klok wel horen luiden, maar heeft moeten constateren dat de klepel losliet. Hij krijgt dus opdracht om de klokriemen van de klepel te vernieuwen en krijgt daarvoor enkele schellingen.

Gerrit Jansz. de schoolmeester ontvangt 300 schellingen als jaarsalaris.

1695: Predikant Nicolaas Magerius ontvangt voor de doordeweekse avondpredikatiën tussen november en Pasen

F 20. De koster heeft als basissalaris f 32 per jaar. Een koperen blaker kost in die tijd 16 stuivers.

1795: De schoolmeester ontvangt nu f 33 per jaar. Hermanus Tucker levert drie bottels voor f 2. 1/5 deel van de lidmaten wordt wekelijks bedeeld door de diaconie. In 10 jaar tijd is het aantal lidmaten in het dorp gestegen van 377 tot 381 en buiten het dorp van 25 naar 32. De groei is eruit. (in die tijd wordt in de archieven steeds de scheiding in en buiten het dorp gemaakt)

De kerkenraad vergadert in dat jaar slechts één keer en wel op 1 januari. Enkele diakenen willen hun benoeming wel aannemen als ze niet hoeven te collecteren.

1895: Organist Vletter ontvangt f 50 per kwartaal en de orgeltrapper Dirk Krijger f 15 per jaar. Mattheüs van Delft krijgt een gouden handdruk voor zijn werk als collectant à la raison van f 5. De blijvende collectanten verdienen f 2,50 per jaar. Het jaarsalaris van de predikant is f 845 en de schilder rekent f 0,15 per uur voor het binnenschilderwerk van de pastorie aan de Voorstraat. De hoogste collecte was die van 23 mei, nl. f 4,99 ½ cent en de laagste in dat jaar f 0,63 ½ cent. De jaarinkomsten van de kerkvoogdij bedragen f 4721, de uitgaven f 4091 en het batig saldo f 651.

In 1593 telde het dorp volgens de Nederlandsche stad-en dorpsbeschrijver deel VI 81 huizen. In 1629 waren het er volgens het Verpondingsregister 132 en in 1765 (de tijd dat bovengenoemd boek ontstond) 358.